Artikel 21.
Ontheffing van het ambt
Indien het generale college voor de ambtsontheffing, bij het
oordeel dat een predikant de gemeente waaraan hij verbonden is,
niet langer met stichting kan dienen, van oordeel is dat de
predikant niet bekwaam is om enige gemeente met stichting te
dienen of in een andere functie met vrucht als predikant werkzaam
te zijn kan het generale college deze predikant ontheffen van het
ambt van predikant.
Het generale college kan een dergelijke beslissing slechts nemen
gehoord de predikant en het regionale college voor de visitatie
en met ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen.
In geval van een predikant verbonden aan een evangelisch-lutherse
gemeente, dient bovendien de medewerking verkregen te worden van
de evangelisch-lutherse synode.
Tegen het oordeel van het generale college kan men in beroep gaan
bij het generale college voor de behandeling van bezwaren en
geschillen.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 3-21-1,
besluit generale synode d.d. 24 april 2015, ingegaan 24 april
2015.
Eerdere wijziging kerkorde, ordinantie 3-21-1, besluit generale
synode d.d. 23 september 2011, ingegaan 1 januari 2013, en
besluit generale synode d.d. 25 april 2013, ingegaan 25 april
2013:
Indien het generale college voor de ambtsontheffing, bij het
oordeel dat een predikant de gemeente waaraan hij verbonden is,
niet langer met stichting kan dienen, van oordeel is dat de
predikant niet bekwaam is om enige gemeente met stichting te
dienen of in een andere functie met vrucht als predikant werkzaam
te zijn kan het generale college deze predikant ontheffen van het
ambt van predikant.
De kleine synode is bevoegd het generale college voor de
ambtsontheffing om een zelfde oordeel te vragen, indien ten
aanzien van een predikant in samenhang met de toepassing van een
middel van kerkelijke tucht als bedoeld in ordinantie 10-9-7
hetzij supervisie is uitgeoefend conform het in ordinantie
10-9-7a bepaalde, zonder dat het beoogde resultaat werd bereikt,
hetzij een onderzoek naar de geschiktheid heeft geleid tot een
negatief oordeel.
Het generale college kan een dergelijke beslissing slechts nemen
gehoord de predikant en het regionale college voor de visitatie
en met ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen.
In geval van een predikant verbonden aan een evangelisch-lutherse
gemeente, dient bovendien de instemming verkregen te worden van
de evangelisch-lutherse synode.
Tegen het oordeel van het generale college kan men in beroep gaan
bij het generale college voor de behandeling van bezwaren en
geschillen.