Artikel 25.
Emeritaat
Een predikant
- die de in de generale regeling voor de predikantspensioenen
genoemde leeftijd heeft bereikt en gebruik maakt van het recht op
emeritaat,
- die gebruik maakt van een voor deze predikant geldend recht op
volledige pensionering, of
- die blijvend niet in staat is de werkzaamheden van een
predikant te verrichten,
wordt op eigen verzoek, op verzoek van de ambtelijke vergadering
die de predikant beriep of ambtshalve emeritus verklaard.
Een predikant voor gewone werkzaamheden wordt uiterlijk bij het
bereiken van de leeftijd van 65 jaar emeritus verklaard, tenzij
de betrokken kerkenraad en predikant, met inachtneming van het in
de generale regeling bepaalde, een later tijdstip overeenkomen.