Ordinantie voor het pastoraat.

 

VI. Ontheffing van en ontzetting uit het ambt.

Artikel 30.

Ontheffing wegens ongeschiktheid tot het dienstwerk.

Het breed moderamen der betrokken provinciale kerkvergadering kan eigener beweging overgaan tot ontheffing van het ambt van de predikant, tegen wiens verdere ambtsvervulling ter plaatse of in het algemeen — anders dan om redenen op zijn belijdenis, wandel of leringen betrekking hebbende — wegens kennelijke ongeschiktheid daartoe door kerkvisitatoren ernstige bezwaren worden aangevoerd en die nochtans niet bereid is zich van zijn gemeente los te maken.