Herziening van de kerkorde. Besluit over art. 10-15

Art. 324. De synode besluit in hoofdstuk II onder het hoofd: „II. De dienaren des Woords” de artikelen 10-15 als volgt vast te stellen:

 

II. De dienaren des Woords

Artikel 10

1. Voor de toelating tot het ambt van dienaar des Woords is een deugdelijke theologische opleiding vereist.
2. Zij die een zodanige opleiding ontvangen hebben, hetzij aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland, hetzij aan de theologische faculteit van de Vrije Universiteit, zullen zich, onder overlegging van de benodigde getuigschriften, aanmelden bij de classis, waartoe de kerk van hun woonplaats behoort, om na met goed gevolg praeparatoir geëxamineerd te zijn, door haar als proponenten beroepbaar gesteld te worden, een en ander overeenkomstig de door de generale synode vastgestelde bepalingen.
3. Ten aanzien van degenen, die elders een theologische opleiding ontvangen hebben en zich voor hetzelfde doel bij een classis vervoegen, zal deze handelen overeenkomstig de daartoe door de generale synode vastgestelde bepalingen.

Artikel 11

1. Van de regel, dat een deugdelijke theologische opleiding vereist is, kan alleen worden afgeweken, indien op overtuigende wijze blijkt, dat iemand in die mate de gaven bezit, welke voor een dienaar des Woords onmisbaar zijn. in het bijzonder de gaven van godsvrucht, ootmoed, wijsheid en geestelijk onderscheidingsvermogen, benevens het vermogen om op duidelijke en opbouwende wijze het evangelie te verkondigen, dat hij ondanks het gemis van genoemde opleiding geacht kan worden in staat te zijn de kerken met stichting te dienen.
2. De particuliere synode stelt, mede aan de hand van overgelegde getuigschriften van de kerkeraad van de kerk, waartoe de persoon, die zich heeft aangemeld, behoort, en van de classis, waaronder deze kerk ressorteert, een grondig onderzoek in, of hij de genoemde gaven bezit en spreekt daarna uit, of hij zich zal mogen onderwerpen aan het praeparatoir examen, een en ander met inachtneming van de daartoe door de generale synode vastgestelde bepalingen.

Artikel 12

1. De beroeping van een dienaar des Woords geschiedt met inachtneming van de door de generale synode vastgestelde bepalingen omtrent de beroepbaarheid van degenen, die andere dan de Gereformeerde Kerken in Nederland gediend hebben, alsmede van de bepaling inzake het meer dan eenmaal beroepen van dezelfde dienaar des Woords in dezelfde vacature; voorts in geheel vacante kerken niet zonder het raadplegen van de consulent.
2. In geval de beroepene reeds als dienaar des Woords in een andere gemeente gediend heeft, zal zijn naam aan de gemeente worden voorgedragen. Voorts zal de bevestiging niet geschieden, dan nadat de classis op grond van het overgelegde wettige getuigenis van zijn vertrek uit de kerk en de classis, in welke de beroepene tevoren gediend heeft, en van de overgelegde goede kerkelijke attestatie van zijn leer en leven, haar approbatie verleend heeft.
3. Ingeval de beroepene tevoren niet in het ambt van dienaar des Woords gestaan heeft, zal de approbatie van de classis niet worden verleend dan na een met goed gevolg ingesteld onderzoek naar zijn leer en leven. Over de uitslag van dit peremptoir examen, dat afgenomen zal worden overeenkomstig de door de generale synode vastgestelde bepalingen, zal de classis beslissen met de medewerking en het goedvinden van de daartoe door de particuliere synode aangewezen deputaten, althans van de meerderheid van dezen. De bevestiging zal geschieden met oplegging der handen van de dienaar des Woords, die de beroepene in zijn ambt bevestigt.

Artikel 13

1. Proponenten en dienaren des Woords, die beroepen worden voor het werk van de zending zullen zich, onder overlegging van een bewijs, dat zij de voor hen bestemde opleiding met goed gevolg hebben genoten, moeten onderwerpen aan een afzonderlijk onderzoek, dat voornamelijk betrekking heeft op de theorie van de zending naar gereformeerde beginselen, welk onderzoek bij proponenten ingesteld wordt terstond na het peremptoir examen.
2. Dit afzonderlijk onderzoek zal, overeenkomstig de hiervoor door de generale synode vastgestelde bepalingen, worden ingesteld door de classis, waartoe de beroepende kerk behoort, met de medewerking van de daartoe door de particuliere synode aangewezen deputaten. Bij dit onderzoek treden enige door de generale synode benoemde deputaten als examinatoren op.
3. Degenen die zich aan dit afzonderlijk onderzoek met goed gevolg onderworpen hebben en daarna in hun ambt bevestigd zijn, worden missionaire dienaren des Woord genoemd.

Artikel 14

1. De taak van de dienaar des Woords is de bediening van het Woord aan de gemeente en al naar de gelegenheid eveneens de verkondiging van het evangelie aan hen, die vervreemd zijn van het evangelie, aan de Joden en de niet-gekerstende volken; de bediening van de sacramenten; het uitspreken van de zegen; de leiding van alle overige ambtelijke werkzaamheden in de kerkdiensten als in het bijzonder het afnemen van de openbare belijdenis des geloofs, het doen van bekendmakingen inzake vermaan en tucht, het bevestigen van ambtsdragers, en het bevestigen van huwelijken; en het catechetisch onderricht.
2. Voorts is het zijn taak, tezamen met de ouderlingen, over de gemeente de herderlijke zorg uit te oefenen alsook over haar en over de mede-ambtsdragers het opzicht te hebben en het vermaan en de tucht te oefenen, toe te zien dat alles in de gemeente met goede orde toegaat, de leden der gemeente trouw te bezoeken en tevens te trachten anderen ook op andere wijze dan door de openbare verkondiging van het evangelie voor Christus te winnen.
3. Aan een dienaar des Woords kunnen door een kerkeraad in het bijzonder bepaalde werkzaamheden worden opgedragen, waarbij hij van zijn overige werkzaamheden wordt vrijgesteld.

Artikel 14a

Het zal geen dienaar des Woords vrijstaan binnen het ressort van enige kerk, zonder bewilliging van haar kerkeraad voor te gaan in een samenkomst, welke geacht moet worden in enigerlei vorm het karakter van een kerkdienst te dragen.