Artikel 5.
De raad voor de herderlijke zorg.
Deze raad heeft tot taak
bijstand te verlenen aan allen, die in de Kerk tot pastorale
arbeid geroepen zijn,
voorlichting te geven aan de ouderlingen inzake de hun
toevertrouwde werkzaamheden,
het vormen van een geestelijk centrum voor hen, die als
hulpprediker of vicaris werkzaam zijn,
het verspreiden van de bijbel,
het bestuderen van vraagstukken en het doen publiceren van
uitgaven, de pastorale zorg betreffende,
zorg te dragen voor de arbeid tot opbouw van het persoonlijk
geestelijk leven, onder meer door het organiseren van het
retraite-werk,
leiding te geven aan de geestelijke verzorging van hen, die door
tijdelijke of regelmatige afwezigheid uit hun woonplaats buiten
de gewone pastorale zorg staan, en
te verrichten, wat hem in de ordinanties der Kerk verder tot taak
wordt gesteld.