Kerkorde NHK (1951) Ord. 13-6-1

Ordinantie voor het pastoraat.

I. De pastorale werkzaamheden.

Artikel 6.

Tijdelijke vrijstelling van het dienstwerk.

De predikanten zijn elk jaar gedurende tenmisnte vier, in overleg met de kerkeraad te kiezen, weken vrijgesteld van de vervulling van hun dienstwerk, in welke tijd in de waarneming van die werkzaamheden, die niet tijdelijk achterwege kunnen blijven, voor rekening van de kerkekas en in overleg met de kerkeraad wordt voorzien.

< 13-5-4 13-6-2 >

Kerkorde NHK (1951)

Kerkorde
Ord. No. 1 vergaderingen
Ord. No. 2 gemeenten
Ord. No. 3 verkiezing
Ord. No. 4 apostolaat
Ord. No. 5 jeugd en school
Ord. No. 6 kerkdienst
Ord. No. 7 opleiding
Ord. No. 8 doop
Ord. No. 9 catechese
Ord. No. 10 avondmaal
Ord. No. 11 opzicht
Ord. No. 12 huwelijk en gezin
Ord. No. 13 pastoraat
- 13.I. De werkzaamheden
  - 13-1-1 Het onderscheid
  - 13-2-1 Gewone
  - 13-2-2
  - 13-2-3
  - 13-2-4
  - 13-3-1 Buitengewone
  - 13-3-2
  - 13-3-3
  - 13-3-4
  - 13-3-5
  - 13-3-6
  - 13-4-1 Bijzondere
  - 13-4-2
  - 13-4-3
  - 13-4-4
  - 13-4-5
  - 13-5-1 Het ministerie
  - 13-5-2
  - 13-5-3
  - 13-5-4
  - 13-6-1 Tijd. vrijstelling
  - 13-6-2
  - 13-7-1 Breed-ministerie
  - 13-7-2
  - 13-7-3
  - 13-7-4
  - 13-7-5
- 13.II. De predikantsplaats
- 13.III. Het vacant worden
- 13.IV. De waarneming
- 13.V. Emeritaat
- 13.VI. Ontheffing/zetting
- 13.VII. Nevenwerkzaamheden
- 13.VIII. Bijstand i.h. past.
Ord. No. 14 presbyteraat
Ord. No. 15 diaconaat
Ord. No. 16 financiën
Ord. No. 17 bezoldiging
Ord. No. 18 toezicht
Ord. No. 19 bezwaren
Ord. No. 20 oecumene
Overgangsbepalingen

TREFWOORDEN

Taak van de predikant