Artikel 4.
Bijzondere werkzaamheden.
De beroeping van een predikant voor bijzondere werkzaamheden geschiedt door de toezending van een naar de omstandigheden gewijzigde beroepsbrief, en vindt niet plaats dan nadat aan de kerkeraad is gebleken, dat diens rechtspositie afdoende is geregeld; bevestiging van deze predikant geschiedt in een kerkdienst der gemeente.