Artikel 17.
Bijzondere bepalingen.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel gaat de daar gegeven garantie voor een predikant, nadat hij de leeftijd van vijf en zestig jaren heeft bereikt, in geen geval het bedrag te boven, dat hij als emeritaatspensioen zou hebben genoten, zo hij op die leeftijd op de laatstelijk door hem beklede standplaats of in de laatstelijk door hem beklede functie, emeritaat had verkregen.