Artikel 1.
De kerkdiensten der gemeente.
Een kerkdienst wordt niet geleid dan
door een dienaar des Woords of een emeritus-predikant der
Kerk;
door hem, die de bevoegdheid van een emeritus heeft;
door hen, die daartoe naar de bepalingen van hoofdstuk VIII van
de ordinantie voor het pastoraat bevoegd zijn; of
door een predikant als bedoeld in de artikelen 3 en 7 van de
ordinantie voor het verband met andere Kerken.