Artikel 20.
De approbatie.
Indien het beroep is aanvaard, vraagt de kerkeraad onder
overlegging van de verlangde stukken en gegevens daarop de
approbatie van het breed moderamen der classicale vergadering,
welke verleend wordt, zo gebleken is,
dat voldaan is aan de voorwaarden gesteld in de artikelen 13-19
van deze ordinantie;
dat — blijkens een door het breed moderamen van de provinciale
kerkvergadering der kerkprovincie, tot welke de beroepene
behoort, afgegeven verklaring — tegen deze geen ingebrachte
bezwaren terzake van diens belijdenis of wandel, verkondiging of
kerkelijk onderricht in behandeling zijn, of een bijzondere
maatregel ter handhaving van de kerkelijke tucht op hem wordt
toegepast;
dat de gemeente heeft voldaan aan alle bij of krachtens
ordinantie opgelegde financiële verplichtingen;
dat de beroepene heeft voldaan aan zijn pensioenlasten en zijn
verplichtingen jegens de door hem bezette standplaats.