Artikel 9.
De vorming van centrale gemeenten.
Indien bij een gemeente, die een ontheffing of toestemming, als bedoeld in het tweede of derde lid van dit artikel, heeft verkregen, een nieuwe predikantsplaats voor gewone werkzaamheden wordt gevestigd, wordt door het breed moderamen der classicale vergadering tegelijkertijd aan het breed moderamen der provinciale kerkvergadering de vraag voorgelegd, of het redenen aanwezig acht om deze ontheffing of toestemming tussentijds in te trekken.