Alle stemmingen in kerkelijke vergaderingen, ter vervulling van
openstaande of openvallende plaatsen, geschieden door de
tegenwoordig zijnde leden, en wel met gesloten briefjes.
Ter beslissing wordt gevorderd de volstrekte meerderheid der
behoorlijk uitgebragte stemmen. Wanneer deze, na twee vrije
stemmingen, bij eene derde tusschen de twee, die de meeste
stemmen op zich vereenigd hadden, blijkt niet verkregen te kunnen
worden, zal het lot beslissen.
Voor elk lid en voor iederen secundus zal telkens afzonderlijk
gestemd worden.