5. Die tot de versamelinghen affghesonden worden, sullen hare brieven van credentie ende instructie van denghenen diese uutseynden schriftelick overbrenghen, dewelcke niet eer en sullen gheschreven worden voordat men de artykelen der voorgaende synodaler versamelinghe ghelesen hebbe, opdat die dinghen die eens affghehandelt sijn, niet van nieuws voorghestelt en werden.