In alle kerken zal een kerkenraad zijn, bestaande uit dienaren des Woords en ouderlingen, die ten minste alle weken eens samenkomen zullen, alwaar de dienaar des Woords (of dienaren, zo er meer zijn, bij beurte) presideren en de actie regeren zal. (En ook zal de magistraat van de plaats respectievelijk, indien het haar gelieft, een of twee van de haren, wezende lidmaten der gemeente, bij de kerkenraad mogen hebben om aan te horen en mede over de voorvallende zaken te delibereren.)