Het ambt van de preses is voor te stellen en te verklaren hetgeen te behandelen is, toe te zien dat een ieder zijn orde houdt in het spreken, de knibbelachtigen en die te heftig zijn in het spreken te bevelen dat ze zwijgen; en over hen, geen gehoor gevende, de behoorlijke censuur te laten gaan. Voorts zal zijn ambt uitgaan, wanneer de samenkomst scheidt.