|50|

Hoofdstuk IV

Zorgvuldig handelen

 

Inleiding

In het eerste hoofdstuk zijn de kerk, het ambt en het gemeentelid ter sprake gekomen. Binnen de gemeenschap van de kerk zijn regels nodig ten behoeve van het omgaan met elkaar. Wij spreken in dat verband over het kerkrecht.

Het tweede hoofdstuk heeft aandacht gegeven aan de bronnen en regels voor het kerkrecht. Het toepassen van de kerkelijke tucht vormt een wezenlijk deel van het ambtelijk werk. De regels van het kerkrecht voor het toepassen van kerkelijke tucht zijn van eigen aard en daardoor onderscheiden van de door de overheid en het wereldlijk recht geformuleerde normen.

Het derde hoofdstuk is ingegaan op de eigen aard van het kerkelijk recht in relatie tot het wereldlijk recht.

In dit vierde hoofdstuk komen concrete regels aan de orde. Eerst wordt een aantal algemene procedureregels aangereikt. Vervolgens wordt inzicht geboden omtrent beroepsmogelijkheden en de wijze van behandeling daarvan. Verder komt een aantal concrete regels voor het uitoefenen van kerkelijke tucht aan de orde.

De gebruiker van dit boekje kan, als hij dat wil, meteen naar dit hoofdstuk gaan. Wanneer hij de praktische regels zoekt, moet

|51|

hij immers hier zijn. Hij kan ook eerst de hoofdstukken 1, 2 en 3 lezen. Deze geven onderbouwing en bezinning omtrent de praktische regelingen. Ook wanneer we de praktische regels hanteren, moeten we dit altijd doen in het besef van de geest waarin en van de principiële uitgangspunten waarover in deze eerste drie hoofdstukken geschreven wordt.