De toelating tot de dienst van Woord en sacramenten omvat: de
beroeping, het examen, de goedkeuring en de bevestiging:
1. De beroeping. De kerkenraad beroept onder aanroeping van den
naam des Heren na verkiezing door de gemeente overeenkomstig de
plaatselijk vastgestelde regeling. In de kerken zonder predikant
adviseert de consulent. Beroepen mag worden alleen hij, die
beroepbaar is gesteld door het curatorium van de Theologische
Universiteit of volgens art. 8 K.O.
2. Het examen. Het peremptoir examen naar leer en leven wordt
afgenomen door de classis ten overstaan van de deputaten art. 49
K.O.
3. De goedkeuring. De goedkeuring van de gemeente bestaat daarin,
dat geen wettige bezwaren tegen de beroeping worden ingebracht.
Daartoe wordt op twee opeenvolgende zondagen aan de gemeente
bekend gemaakt wie bevestigd zal worden.
4. De bevestiging. De openbare bevestiging heeft plaats in de
dienst des Woords volgens het daartoe opgestelde formulier. Naast
de bevestiger kan aan de handoplegging ook deelgenomen worden
door de ouderlingen (1 Tim. 4: 14) alsmede door andere
predikanten, die daartoe door de kerkenraad worden uitgenodigd.