De kerken en de ambtsdragers behoren met de overheid, als door
God ingesteld, een goede verhouding na te streven in het besef de
overheid gehoorzaam te moeten zijn, evenwel met dien verstande
dat men Gode meer moet gehoorzamen dan de mensen.
In voorkomende gevallen zullen de kerken zich met het getuigenis
van het evangelie tot de overheid richten, de overheid eraan
herinneren dat ook zij aan Gods normen en heerschappij
onderworpen is.
Het contact met de overheid wordt onderhouden door daartoe door
de generale synode geïnstrueerde en benoemde deputaten.