Het is van belang dat in meerdere ambtelijke vergaderingen ook de stem van de lutherse traditie wordt gehoord. De wijze van samenstelling van de algemene classicale vergadering vanuit de classicale vergaderingen en de wijze van afvaardiging naar de generale synode maakt echter de kans groot dat in deze vergaderingen via die weg weinig of geen lutheranen aanwezig zijn. Daarom is bepaald dat de evangelisch-lutherse synode de mogelijkheid heeft om één of twee evangelisch-lutherse ambtsdragers tot lid van een algemene classicale vergadering aan te wijzen (ord. 4-19-2). Of dit noodzakelijk of wenselijk is, staat ter beoordeling van de evangelisch-lutherse synode.
Tevens vaardigt de evangelisch-lutherse synode vijf ambtsdragers uit haar leden af naar de generale synode (ord. 4-25-2). Doordat het om leden van de evangelisch-lutherse synode gaat, wordt tevens bereikt dat in de generale synode kennis aanwezig is van wat in de evangelisch-lutherse synode speelt. Overigens, de evangelisch-lutherse synode is gehouden de generale synode te informeren over haar werkzaamheden (ord. 4-23-1).
In de kleine synode hebben ten minste drie evangelisch-lutherse leden van de generale synode zitting. Ten minste één daarvan is gekozen als gewoon stemhebbend lid, de andere twee kunnen door de kleine synode boventallig als adviserend lid worden benoemd (ord. 4-27-4).
De evangelisch-lutherse synode wordt bij de wetgevende arbeid van de generale synode betrokken, niet alleen doordat in een aantal gevallen haar advies of instemming vereist is bij de vaststelling in eerste lezing van kerkordelijke teksten (zie § 15.2), maar ook doordat haar consideraties met betrekking tot alle kerk-ordelijke teksten worden gevraagd. Verder heeft de evangelisch-lutherse synode de mogelijkheid om jegens de generale synode uit te spreken wat er in de evangelisch-lutherse gemeenten leeft. Het gaat hierbij niet zozeer om gevraagde consideraties (evangelisch-lutherse gemeenten brengen die, net als andere gemeenten, ter kennis van de classicale vergadering en bespreken deze in de classicale vergadering, zie § 6.5.1), maar om zaken die in evangelisch-lutherse gemeenten spelen en aandacht van de generale synode verdienen.
Zoals elders in dit hoofdstuk nader wordt aangegeven (§ 15.3) is de evangelisch-lutherse synode verder betrokken bij het werk van (het breed moderamen van) de classicale vergadering en van de regionale en generale colleges wanneer evangelisch-lutherse leden of gemeenten bij een zaak betrokken zijn.