Een onderwerp dat met het gebruik van liederen en teksten te maken heeft, is het auteursrecht. De Auteurswet onderscheidt in twee velden: ‘openbaar maken’ en ‘verveelvoudigen’.
Bij ‘openbaar maken’ moet in de kerk allereerst gedacht worden aan gemeentezang en de instrumentale begeleiding daarvan tijdens de eredienst. Hiervoor geeft art. 17c Auteurswet een vrijstelling van auteursrecht. Dat betekent dat hiervoor geen auteursrecht betaald behoeft te worden.
Verder kan gedacht worden aan zang tijdens andere gemeentesamenkomsten, of bijvoorbeeld het ten gehore brengen (afspelen) van muziek tijdens gemeenteactiviteiten zoals jeugdwerk. Voor dit overige gebruik door de gemeenten hebben de landelijke kerken met BUMA/STEMRA een regeling getroffen. Per gemeente wordt voor deze regeling door de landelijke kerk jaarlijks een bepaald bedrag betaald. Niet specifieke gemeenteactiviteiten, zoals bruiloften en partijen in het verenigingsgebouw of een volledig ‘open’ jeugdsociëteit, vallen buiten deze regeling. Hiervoor dienen de gewone auteursrechtelijke vergoedingen te worden voldaan.
Onder ‘verveelvoudigen’ vallen zaken als: drukken en kopiëren, zoals bij het vervaardigen van liturgieën, maar ook meer eigentijdse vormen als opnemen in computerbestanden of op transparanten en vervolgens projecteren. Ook het opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal op geluidsdragers is een vorm van verveelvoudiging.
Alleen het maken van enkele kopieën voor eigen persoonlijk gebruik is toegestaan.
|205|
Voor het overige is toestemming nodig. Daarvoor kan men zich wenden tot de uitgever van het desbetreffende werk. Voor het Liedboek berusten de auteursrechten inzake het ‘verveelvoudigen’ bij de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied.3
3. Zie voor uitvoerige informatie over dit onderwerp ook: www. sowkerken. nl, vervolgens inhoudsopgave, K, kerkmuziek, rubriek diversen.