7.2 Diensten met een bijzonder karakter

In ord. 5-1 en 5-2 vindt men enkele bepalingen die betrekking hebben op specifieke diensten. Genoemd worden (a) de getijdendiensten1, (b) de diensten binnen de sfeer van persoonlijke omstandigheden en familieleven, en (c) de oecumenische kerkdiensten.

Wat de dagelijkse getijdendiensten betreft: ze worden in ord. 5-1-7 al genoemd, en gespecificeerd in met name het morgen-, middag- en avondgebed. Ord. 5-2-1 noemt ze opnieuw, om vast te stellen dat, zelfs als deze diensten onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad staan, ambtelijke aanwezigheid niet steeds vereist is en dat elk gemeentelid kan worden gevraagd erin voor te gaan. Daarmee is overigens niet uitgesloten dat getijdendiensten soms een plaats krijgen binnen het leven de gemeente zonder dat de kerkenraad ertoe besloten heeft. In een groothuisbezoek of een conferentie kan deze vorm van samenkomst grote betekenis hebben.

Het leven van de gemeente als geheel en van bepaalde gemeenteleden in het bijzonder geeft soms reden voor bijzondere diensten. Men denkt dan natuurlijk aan rouwdiensten — in art. VII-1 en hier in ord. 5-1-2 ‘diensten van rouwdragen en gedenken’ genoemd — en aan trouwdiensten. Op de trouwdiensten komt de ordinantie in het volgende artikel nog uitvoeriger terug. Voor deze en dergelijke diensten geldt dat men ze soms elders wil houden. Dit geldt met name voor trouwdiensten, waarbij nogal eens voor een ‘mooi kerkje’ wordt gekozen; dan is het echter niet voldoende een en ander met de koster ter plaatse te regelen. Aan de kerkenraad van de betrokken gemeente dient in dat geval gevraagd te worden om schriftelijke instemming met het feit dat op ‘zijn terrein’ een kerkdienst wordt


[205] 1. Zie voor de getijdendiensten: Dienstboek. Een Proeve — Schrift, Maaltijd, Gebed, Zoetermeer 1998, 1152-1185.

|195|

gehouden onder verantwoordelijkheid van een andere kerkenraad (ord. 5-2-2). Als die instemming niet wordt gegeven, zijn er twee mogelijkheden. Het kan zijn dat de kerkenraad van de plaats waar men de huwelijksinzegening wil laten plaatsvinden wél bereid is zelfde verantwoordelijkheid voor de trouwdienst over te nemen. Als dat niet het geval is, zal de dienst elders gehouden moeten worden.

Strikt genomen zou die instemming ook gevraagd moeten worden wanneer een rouwdienst wordt gehouden in het crematorium van een buurgemeente. Het ligt voor de hand in zulke steeds terugkerende gevallen uit te gaan van een doorlopende instemming.

Oecumenische kerkdiensten worden in ord. 5-2-3 genoemd. Omdat de verantwoordelijkheid gedeeld wordt met andere kerkelijke gemeenschappen dient hun mogelijke inbreng op liturgisch gebied voluit te worden gehonoreerd. Wie niet in de Protestantse Kerk in Nederland, maar wel in de eigen kerk bevoegd is voor te gaan, is dat ook in deze diensten.