1.2.4 De ambtelijke vergaderingen

Opdat niet het ene ambt over het andere, de ene ambtsdrager over de andere, noch de ene gemeente over de andere heerse, maar alles wordt gericht op de gehoorzaamheid aan Christus, het Hoofd van de Kerk, is de leiding in de kerk toevertrouwd aan ambtelijke vergaderingen (art. VI-1).

Na het artikel over het ambt volgt dat over de ambtelijke vergaderingen. De ambtelijke vergadering is de vergadering waarin de ambten en dus de ambtsdragers Innen zijn. In de presbyteriaal-synodale structuur worden de besluiten genomen door de ambtelijke vergaderingen. De kerkorde geeft daarvoor een motivatie die diep geworteld is in het gereformeerde kerkrecht: ‘Opdat alles wordt gericht op de gehoorzaamheid aan Christus, het Hoofd van de Kerk, is de leiding toevertrouwd aan ambtelijke vergaderingen.’ Niemand heeft in de kerk alleenheerschappij. Geen enkele gemeente kan tucht uitoefenen over een andere gemeente en de ene ambtsdrager kan geen macht laten gelden tegenover een andere ambtsdrager. Allen zijn saamhorig aan Christus en daarbij past geen heersen, maar leidinggeven. Het woord ‘leiding’ is al gebruikt in art. IV-3 waar het wordt toegepast op gemeenteopbouw en het sluit aan bij art. V-1 dat de inhoud formuleert. Tegen deze achtergrond past de uitdrukking ‘leidinggeven’ beter dan ‘regeren’, dat dicht tegen ‘besturen’ aan ligt. Leidinggeven houdt besturen in, maar staat in de bredere context van de roeping. Dit leiding geven vindt plaats in een beraad op collegiale wijze. De drie ambten zijn gemeenschappelijk verantwoordelijk voor het geheel.

Deze vergaderingen zijn
voor de gemeente de kerkenraad;
voor de tot een classis behorende gemeenten de classicale vergadering;
voor de evangelisch-lutherse gemeenten tezamen bovendien de evangelisch-lutherse synode;
voor alle gemeenten tezamen en mitsdien voor de gehele kerk de generale synode (art. VI-2)
.

|42|

Tot dusverre is in de kerkorde gesproken over de kerk en de gemeente. ‘Gemeente’ is de aanduiding van de plaatselijke geloofsgemeenschap. In art. IV-3 is reeds vermeld dat hieraan leiding wordt gegeven door de kerkenraad. Aan alle gemeenten tezamen en mitsdien aan de hele kerk wordt leidinggegeven door de generale synode. Voor een kleine kerk zou met deze twee bestuurslagen kunnen worden volstaan. Voor een grote kerk als de Protestantse Kerk in Nederland is dat onvoldoende. Tussen de verschijningsvorm van de kerk in haar plaatselijke en landelijke gestalte is een regionale ambtelijke vergadering nodig. In de classicale vergadering komen de plaatselijke gemeenten uit een ressort bijeen en zien we het gezicht van het kerkverband in zijn grote verscheidenheid. De zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente wordt begrensd door de overtuiging dat gemeenten samen kerk zijn. Gemeenten hebben met elkaar te maken en worden samengebracht in classes. De classicale vergadering fungeert als de ontmoetingsplaats van de gemeenten en de kerk. De classicale vergadering vertegenwoordigt de plaatselijke gemeente naar de gehele kerkgemeenschap toe en andersom. Zij staat op de lijn die het grondvlak verbindt met de synode als landelijke kerkenraad.

In de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden bestond de figuur van de classis niet als ressort waar de gemeenten elkaar ontmoeten, maar vervulde de evangelisch-lutherse synode deze functie. In de Protestantse Kerk in Nederland ontmoeten de protestantse gemeenten, de hervormde gemeenten, de evangelisch-lutherse gemeenten en de gereformeerde kerken elkaar. Daarom krijgt de evangelisch-lutherse synode voor de evangelisch-lutherse gemeenten tezamen enkele specifieke taken. Het bewaren en vruchtbaar maken van de lutherse traditie wordt van zo groot belang geacht, dat deze verantwoordelijkheid is toevertrouwd aan de ambtelijke vergadering.

De kerkenraad wordt gevormd door de bij de gemeente dienstdoende predikanten, de ouderlingen en de diakenen.
De classicale vergadering wordt gevormd door de afgevaardigde ambtsdragers van de kerkenraden van de tot de classis behorende gemeenten.
De samenstelling van de evangelisch-lutherse synode geschiedt volgens afzonderlijke, daarvoor gestelde regels.
De generale synode wordt gevormd door de ambtsdragers afgevaardigd door de classicale vergaderingen en de afgevaardigden van de evangelisch-lutherse synode (art. VI-3)
.

Als de kerkorde spreekt over de kerk, wordt er gesproken over de gemeenten en als er gesproken wordt over de gemeenten, dan komen de leden van de gemeente, die de ambtdragers kiezen, in zicht. De ambtsdragers die gekozen zijn door de gemeente vormen tezamen de kerkenraad. De classicale vergadering wordt gevormd door de afgevaardigde ambtsdragers van de kerkenraden van de tot de classis behorende gemeenten. De generale synode wordt gevormd door de ambtsdragers die door de classicale vergadering worden afgevaardigd en door de

|43|

‘afgevaardigden’ van de evangelisch-lutherse synode. Tot driemaal toe wordt gesproken over afgevaardigden. Afgevaardigden zijn ambtsdragers die bijeenkomen in een meerdere vergadering. Deze vergadering behandelt de zaken die aan deze ambtelijke vergadering zijn opgedragen. Afgevaardigden maken van deze vergadering deel uit als ambtsdrager en dat wil zeggen dat zij een eigen verantwoordelijkheid hebben en stemmen zonder last of ruggespraak.

De kerkenraad geeft leiding aan het leven en werken van de gemeente.
De classicale vergadering geeft leiding aan het leven en werken van de classis en geeft daarin gestalte aan de verantwoordelijkheid van de gemeenten voor elkaar en voor de gehele kerk, alsmede aan de verantwoordelijkheid van de kerk voor de gemeenten.
De evangelisch-lutherse synode geeft leiding aan het leven en werken van de evangelisch-lutherse gemeenten tezamen en draagt zorg voor het bewaren en aan de gehele kerk dienstbaar maken van de lutherse traditie.
De generale synode geeft leiding aan het leven en werken van de kerk in haar geheel (art. VI-4)
.

Niet elke ambtelijke vergadering kan alle verantwoordelijkheden zelfstandig opnemen. Er zijn taken die door de plaatselijke gemeente niet uitgevoerd kunnen worden, maar om een gezamenlijke inspanning vragen. Men denke aan de predikantsopleiding of de visitatie. In de kerkordelijke opzet kan daarvoor een instrumentarium worden gecreëerd, vanuit de gedachte dat gemeenten niet los van elkaar staan, maar regionaal en landelijk een eenheid vormen. De kerk is immers niet alleen de optelsom, maar vooral de innerlijke samenhang van de gemeenten. Wel heeft elke ambtelijke vergadering haar eigen taak. Op brede formule gebracht wordt deze samengevat in ‘leidinggeven aan het leven en werken’. Doordat deze taak bij elke ambtelijke vergadering genoemd wordt, wordt de onderlinge verantwoordelijkheid tot uitdrukking gebracht. Het bekleden van het ambt houdt in dat ieder die afgevaardigd is naar een ambtelijke vergadering in de agenda vanuit een eigen verantwoordelijkheid meespreekt en beslist.

De gebezigde formulering krijgt een uitbreiding bij de classicale vergadering. De classicale vergadering heeft (als grondvergadering, als ontmoetingsplaats van kerk en gemeenten) als taak zorg te dragen voor elkaar als gemeenten en voor de gehele kerk. Eveneens is het door de classicale vergadering de kerk mogelijk verantwoordelijkheid te dragen voor de gemeenten. De belangrijkste taak van de classicale vergadering is het gestalte geven aan de gemeenschap van de kerk in haar ressort.

Voor de evangelisch-lutherse synode wordt naast het leidinggeven aan het leven en werken van de evangelisch-lutherse gemeenten tezamen de taak genoemd om zorg te dragen voor het bewaren en aan de gehele kerk dienstbaar maken van de lutherse traditie. Het leidinggeven komt tot uitdrukking in zaken waar het eigene

|44|

van de evangelisch-lutherse gemeenten aan de orde is. Nauw daarmee verbonden is het bewaren van de lutherse traditie, die verder reikt dan de eigen gemeenten, maar dienstbaar is aan de hele kerk.

De kerkenraad neemt geen besluiten in aangelegenheden die voor het leven van de gemeente van wezenlijk belang zijn, zonder de leden van de gemeente daarin gekend en daarover gehoord te hebben (art. VI-5).

In deze bepaling wordt gesteld dat het ambt en de ambtelijke vergadering weliswaar een eigen verantwoordelijkheid hebben, maar deze dienen te communiceren met de gemeente. Deze stijl van leidinggeven is zo fundamenteel, dat men deze in de structuur van de kerk verankert door hem een plaats te geven in de Romeinse artikelen. In het licht van wat onder art. IV-2 is gezegd, is dit niet vreemd. Er is een heen en weer gaande beweging tussen het ambt en de gemeente. In zaken die van wezenlijk belang zijn voor het leven van de gemeente en die identiteitsbepalend zijn, worden de leden van de gemeente gekend en daarover gehoord (ord. 4-8-7). Het horen kan de kerkenraad helpen te komen tot een beslissing die breed gedragen wordt.

De kerkenraad kan, onder behoud van zijn uiteindelijke verantwoordelijkheid, de zorg voor de opbouw van de gemeente delen met door hem in te stellen werkgroepen (art. VI-6).

De kerkenraad krijgt de gelegenheid de zorg voor de opbouw van de gemeente te delen met daartoe ingestelde werkgroepen. Op deze manier is het mogelijk de gemeente meer te betrekken, niet alleen bij de uitvoering, maar ook in het beleid. De werkgroepen worden nadrukkelijk gelieerd aan de zorg voor de opbouw van de gemeente, waarvoor de kerkenraad zijn verantwoordelijkheid behoudt. Deze kan het beste worden vervuld wanneer de taken die in de verschillende werkvelden van de gemeente worden uitgevoerd in de kerkenraad verenigd zijn. De dienst van het leidinggeven zal van de kerkenraad een integrerende en coördinerende rol vergen. In ord. 4-10 wordt deze wijze van werken verder uitgewerkt.

De classicale vergaderingen werken voor gezamenlijk te verrichten arbeid ten dienste van de gemeenten samen in algemene classicale vergaderingen, volgens regels bij ordinantie gesteld.
Een algemene classicale vergadering wordt gevormd door leden van de in haar samenwerkende classicale vergaderingen (art. VI-7)
.

De kerk kent drie bestuurslagen, die leidinggeven op plaatselijk, regionaal en landelijk niveau. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de wens om een heldere structuur. De ambtelijke vergadering op het tussenniveau is de classicale vergadering.

|45|

Voorheen bestond in de Nederlandse Hervormde Kerk als vierde bestuurslaag de provinciale kerkvergadering en in de Gereformeerde Kerken in Nederland de particuliere synode. Een deel van de werkzaamheden van deze provinciale vergaderingen was gericht op de ondersteuning van gemeenten. De vraag of er drie of vier bestuurslagen in de kerk moeten zijn, is geen theologische maar een organisatorische kwestie. Wanneer de structuur van de kerk doorzichtiger is met drie bestuurslagen, ligt er de opdracht om er zorg voor te dragen het werk dat vanuit het provinciaal niveau gebeurde in drie bestuurslagen op te vangen. Om in in de behoefte aan ondersteuning te voorzien, is gekozen voor een ressort dat groter is dan de classis. De classis is immers te klein om een professionele dienstverlening te kunnen leveren. Dit lid regelt dat voor gezamenlijk te verrichten arbeid ten dienste van de gemeenten een aantal classicale vergaderingen samenwerkt in een algemene classicale vergadering. Een algemene classicale vergadering is een samenwerkingsverband van classicale vergaderingen. Er is één classicale agenda met een groot aantal taken en een deel daarvan wordt door de algemene classicale vergadering uitgevoerd (ord. 4, hoofdstuk III). Er vindt dus een agendascheiding plaats. Daarvan is eveneens sprake tussen de wijkkerkenraad en de algemene kerkenraad. En zoals de wijkkerkenraad en de algemene kerkenraad beide gestalten van de kerkenraad zijn, is de algemene classicale vergadering dat van de classicale vergadering. De algemene classicale vergadering is een ambtelijke vergadering, maar ten opzichte van de classicale vergadering geen meerdere vergadering. De algemene classicale vergadering wordt gevormd door leden van de in haar samenwerkende classicale vergaderingen, zodat er ambtelijk verantwoordelijkheid gedragen wordt. Haar voornaamste taken zijn de dienstverlening ten behoeve van de opbouw van de gemeenten en de zorg voor het functioneren van de verschillende regionale colleges.

De ambtelijke vergaderingen laten zich met het oog op de vervulling van de roeping van de kerk en de gemeenten, bijstaan door organen van bijstand.
Een orgaan van bijstand wordt ingesteld door een ambtelijke vergadering en is, onder verantwoordelijkheid van die vergadering, belast met hetgeen dit orgaan op zijn arbeidsveld tot taak wordt gesteld (art. VI-8)
.

De kerk leeft en werkt door haar leden. Om hun dienst in de wereld te stimuleren en de gemeente toe te rusten, hebben ambtelijke vergaderingen een roeping. Dikwijls is het moeilijk adequaat te reageren en in te spelen op de veelheid van problemen die aan de orde zijn. Wanneer nu de zorg van de dienst van de kerk op verschillende terreinen dit vereist, laten ambtelijke vergaderingen zich bijstaan door organen van bijstand of commissies. Zij adviseren de ambtelijke vergaderingen met het oog op de vervulling van hun roeping en voeren de gemeenschappelijke taken die er zijn uit.

Op alle drie de niveaus kunnen organen van bijstand of commissies worden

|46|

ingesteld en daarmee behoren zij tot de ambtelijke structuur van de kerk. Dat wil zeggen dat het orgaan verantwoording schuldig is aan de vergadering die zij in een bepaalde taak bijstaat. Dit betekent niet dat alle kerkenraden en classicale vergaderingen verplicht zijn commissies in te stellen. Wel zullen alle ambtelijke vergaderingen zich op verschillende onderdelen van hun arbeidsveld laten bijstaan door organen van de kerk, die op dat onderdeel werkzaam zijn.

Een ambtelijke vergadering kan uit haar midden een aantal leden aanwijzen die tezamen een breed moderamen vormen waaraan de ambtelijke vergadering de uitoefening van bepaalde bevoegdheden kan delegeren, volgens regels bij ordinantie gesteld (art. VI-9).

Uit de leden van de ambtelijke vergadering kan een breed moderamen worden gevormd. Er is gezocht naar een titel die duidelijk maakt dat het een indikking, een contractus, is van de ambtelijke vergadering. Daarom wordt het breed moderamen van de generale synode kleine synode genoemd. Het gaat niet om een uitbreiding van het moderamen, maar om een samentrekking van de vergadering. Dit breed moderamen kan in naam van de ambtelijke vergadering besluiten nemen en heeft eigen taken die in de ordinantie worden aangeduid.

Voor het verrichten van werkzaamheden die voor een classis, voor de evangelisch-lutherse gemeenten tezamen of voor de kerk in haar geheel van algemeen belang zijn, kunnen door de betreffende ambtelijke vergaderingen predikanten in algemene dienst worden beroepen dan wel functionarissen worden benoemd, die verbonden worden aan respectievelijk de classis, de evangelisch-lutherse gemeenten tezamen of de kerk in haar geheel (art. VI-10).

Dit lid opent de mogelijkheid om predikanten in algemene dienst te beroepen of functionarissen te benoemen voor het verrichten van werkzaamheden die uitgaan van genoemde ambtelijke vergaderingen. Voor het vervullen van de taken op regionaal of landelijk niveau worden zij verbonden aan de vergadering die hen beroept of benoemt.

In de meerdere vergaderingen zullen alleen zaken worden behandeld die naar de orde van de kerk tot het werk van de meerdere vergaderingen behoren, dan wel die in de mindere vergaderingen niet kunnen worden afgedaan (art. VI-11).

Naast lid 1 is deze bepaling noodzakelijk om de taken die naar de orde van de kerk gegeven zijn te bepalen. Het gaat in dit lid om een klassiek en karakteristiek reformatorisch beginsel. Het is gericht tegen elke vorm van hiërarchie. Er wordt een gezagsbeperking aangegeven, die voorkomt dat de ene vergadering de andere overheerst. Er zijn zaken die typisch behoren bij de kerkenraad en er zijn

|47|

zaken die behoren tot de taak van de meerdere vergaderingen, omdat zij de kerk in regionaal verband of de gehele kerk betreffen. Ord. 4 geeft het arbeidsveld van de verschillende vergaderingen aan.

Men noemt de ambtelijke vergaderingen die voorkomen naast de kerkenraad de meerdere vergaderingen. Dit spraakgebruik duidt aan dat deze vergaderingen meerdere gemeenten omvatten en de reikwijdte van hun beslissingen een breder gebied betreft.