Art. 363. In behandeling komen thans de artikelen 105a-115 van de voorlopig vastgestelde kerkorde.
De deputaten en de commissie stellen voor na artikel 105 een nieuw artikel 105a op te nemen onder het hoofd „VI. Kerkelijke Stichtingen”. De synode keurt dit goed. Aangezien echter over de kerkelijke stichtingen nog een afzonderlijke memorie van de deputaten en een daarover handelend rapport van de commissie kan worden tegemoetgezien, moet de beslissing over de formulering van dit artikel tot een later tijdstip worden uitgesteld (zie verder art. 466).
Tegen het advies van de deputaten en de commissie om de artikelen 106 en 106a samen te voegen tot één artikel bestaat bij de synode geen bezwaar. Ook wordt lid 1 in de nieuwe redactie, die de deputaten daarvoor ontworpen hebben en die door de commissie werd overgenomen, aangenomen. Dr. D. Nauta adviseert lid 2 te laten aanvangen met de woorden „Alle vermaan en tucht” en de orde van de beide leden om te keren. De synode acht het gewenst, dat de commissie dit nog nader overweegt en besluit de beslissing over dit artikel aan te houden (zie verder art. 447 en 448).
Aangezien de voorstellen van de deputaten en de commissie over de artikelen 107, 108, 109, 110, 111 en 112 gelijk zijn en geen amendementen op deze artikelen zijn ingediend, worden ze door de synode aanvaard met enkele kleine wijzigingen.
Ook over artikel 113 bestaat tussen de deputaten en de commissie geen verschil, aangezien de deputaten zich bij de nieuwe redactie, die de commissie voor lid 1 heeft gegeven, hebben aangesloten. Dr G.M. den Hartogh adviseert in deze nieuwe redactie de woorden „van hun overige rechten, als met name” te laten vervallen. Aldus wordt door de synode besloten. Hierna wordt lid 1 in gewijzigde vorm en lid 2 ongewijzigd goedgekeurd.
Van artikel 114 wordt het eerste lid aanvaard met de daarin door de deputaten en de commissie voorgestelde wijzigingen, terwijl voor het 2e lid de nieuwe lezing gekozen wordt, die de deputaten daarvoor hebben gegeven en door de commissie is overgenomen.
Het voorstel van de particuliere synode van Noord-Holland om na artikel 114 een nieuw artikel 114a in te voegen wordt door de deputaten en de commissie niet aanbevolen en ook vanuit de synode niet gesteund. Daarom komt het niet in bespreking.
Tenslotte wordt ook artikel 115 vastgesteld met de kleine wijziging die de deputaten en de commissie daarin willen aanbrengen.