Zij, die vóór 1 Mei 1951 met goed gevolg het examen hebben afgelegd, bedoeld in art. 13 van het reglement op het godsdienstonderwijs, en werkzaam waren in een — naar het oordeel van het breed moderamen der generale synode — aan den arbeid der Kerk verwante werkkring, kunnen op hun verzoek, door dat breed moderamen benoembaar worden verklaard tot catecheet.