|9|

Inhoud

 

Predikant, kerk en samenleving: inleiding — 13

Vragenderwijs op weg 14 — leven met onzekerheid 16 — gekozen benadering 17 — typen van geloofsgemeenschap 18 — zes opeenvolgende perioden 20.

1 De bakermat van het predikantschap 1500-1560 — 23

Het algemeen priesterschap (Luther, Melanchton) 24 — charisma en ambt (Bucer) 25 — herder, profeet en bisschop (Zwingli, Bullinger) 27 — de predikant als dienaar van het Woord (Calvijn) 29 — discussie 31 — ‘de noodzakelijkheid der tijden’ 33 — verzelfstandiging van het regeerambt (Beza) 37 — invloeden vanuit Frankrijk 38 — de vluchtelingengemeente van Londen (a Lasco, Micron) 41 — het beroep op de Schrift 45 — van beweging naar instituut 47.

2 Een openbaar ambt in een publieke kerk 1560-1795 — 51

Het calvinisme als import 52 — een blauwdruk ligt klaar 54 — de grote omwenteling 58 — een bijbels bewustzijn 59 — de publieke kerk en haar predikanten 61 — de opbouw van de gemeente 66 — een portret: WIlhelmus Baudartius 69 — vrouwen 73 — de invloed van de Nadere Reformatie 74 — een veranderend geestelijk klimaat 76 — het ontstaan van een homogene beroepsgroep 78 — van publiek ambt naar burgerlijk beroep 81.

|10|

3 De predikant als ‘volksopvoeder nr. 1’ 1795-1848 — 83

Een fluwelen revolutie 84 — scheiding van kerk en staat 86 — ‘de oude tijden komen wederom’ 88 — het algemeen reglement van 1816 en de predikanten 89 — het kerkelijk leven en de predikant ter plaatse 92 — de Groninger richting 95 — de predikant als voorganger 97 — de predikant als catecheet 100 — de predikant op huisbezoek 102 — de afgescheidenen en hun predikanten 104 — het sociale vraagstuk 106 — christelijke actie 108 — tussen behouden en vernieuwen 110.

4 Predikant tussen richtingen, partijen en denominaties 1848-1892 — 113

Rijp voor verandering? 114 — verkerkelijking van het christendom 116 — Muurlings ‘Practische godgeleerdheid’ 118 — opleiden voor een veranderend beroep 121 — beginnende professionalisering 123 — de sociale positie van de predikant 127 — kerkelijke ontwikkelingen 131 — ds A. Kuyper te Amsterdam 133 — van confidentie naar doleantie 137 — modernisering van het predikantschap 140.

5 Predikanten tussen ontkerstening en verzuiling 1892-1960 — 143

Herkerstening, vernieuwing en verstarring 144 — gereformeerde tegenover hervormde predikanten 146 — herkerstening naar gereformeerd model 151 — diaconale predikanten 154 — ontwikkelingen in de ambtstheologie 156 — de bijbel legt zichzelf uit 158 — de pastor en de opkomst van de psychologie 160 — predikanten naar barthiaanse snit 162 — de voorganger en de liturgische beweging 165 — predikanten in oorlogstijd 167 — herkerstening naar hervormd model 170 — rondom 1960 173.

6 Professionalisering, personalisering en clericalisering van het beroep 1960-heden (1): Ontwikkelingen — 177

Differentiatie 178 — crisis van de jaren zestig 182 — het oecumenische model 185 — democratisering in de gereformeerde kerken 189 — hervormde visies op het ambt 192 — vrouwen als predikant 193 —

|11|

politisering en polarisatie 195 — veranderingen in de opleiding 198 — de opkomst van de klinische pastorale vorming 202 — professionalisering van het predikantschap 202 — personalisering van het predikantschap 205 — andere factoren die de persoon betreffen 207 — clericalisering van het predikantschap 209 — op zoek naar geestverwanten 212 — tussentijdse balans 214.

7 De dominee gaat voorbij 1960-heden (2): Contouren — 217

Werkweek van een dominee rond 1965 217 — ‘maak mijn uren en mijn tijd...’ 219 — voetangels en klemmen 224 — kerkelijke regelingen 228 — bureaucratisering 230 — tussen verkondiging en viering 232 — tussen onderricht en vorming 236 — tussen heil en heling 240 — tussen regering en beleid 242 — tussen confessionaliteit en spiritualiteit 245 — beroep geestelijk verzorger 247 — beroep leraar godsdienst 249 — diaconale predikanten 250 — de predikantsopleidingen 252 — nieuw land 254.

8 Om de toekomst van een ‘overbodig’ beroep — 255

Ontwikkelingen in een schema geplaatst 256 — ontwikkeling predikantschap 263 — persoon, ambt beroep: geloofwaardig, dienstvaardig, hoogwaardig 266 — over naar de vraag: hoe verder? 270 — naar een evenwichtige ambtstheologie 271 — het publieke domein 276 — model ‘open kerk’ 278 — de noodzaak van een gematigde specialisatie 282 — de consequenties doordenken 285 — loopbaanperspectief 287 — de mens als spirituele persoon 289 — voorstellen en aanbevelingen 291.

Epiloog — 295

De predikant in 2018 296 — prognoses 297 — predikant in een open kerk 298 — waarom wordt iemand dominee? 300 — werken met predikanten in opleiding 305 — perspectief 308.

Aantekeningen — 311