Bijlage 27

(bij art. 25 K.O.)

 

Reglement voor de Gereformeerde Missiologische Opleiding van de Gereformeerde Kerken in Nederland

Preambule

De Gereformeerde Kerken in Nederland onderhouden krachtens het besluit van de generale synode van Arnhem 1981, acta art. 104, een Gereformeerde Missiologische Opleiding voor de theoretische en praktische vorming van de predikanten die volgens art. 2 van de kerkorde afgezonderd worden voor het zendingswerk. Krachtens het besluit van de generale synode van Ommen 1993, acta art. 48, dient deze opleiding tevens voor eenzelfde vorming van predikanten die een speciale opdracht voor het evangelisatiewerk hebben ontvangen. In dit reglement worden de Gereformeerde Kerken in Nederland aangeduid als de kerken en de Gereformeerde Missiologische Opleiding als de GMO.

Artikel 1
Omschrijving
De GMO is een instelling voor theoretische en praktische vorming ten behoeve van zendings- en evangelisatiewerk.

Artikel 2
Bestuur
1. De GMO wordt bestuurd door en vanwege de kerken, die hiertoe handelen door haar generale synoden en door het hierna te noemen college van deputaten-curatoren, bestaande uit zeven leden met hun secundi, die telkens door de generale synode worden benoemd.
2. Uit elke zendende kerk of de met haar voor de zending samenwerkende kerken wijst de synode een primus en een secundus deputaat-curator aan.
3. Zowel een primus deputaat-curator als een secundus moet lid in volle rechten zijn van een van de kerken en dient bij de aanvang van zijn werkzaamheden een ondertekeningsformulier te ondertekenen.

Artikel 3
College van deputaten-curatoren
1. Het college van deputaten-curatoren is belast met de behartiging van de zaken die de GMO betreffen.
2. Het college ziet erop toe dat het onderwijs aan de GMO geschiedt in gebondenheid aan de Heilige Schrift en in overeenstemming met de drie formulieren van eenheid.
3. Het college is bij de uitoefening van zijn taak gebonden aan de bepalingen van dit reglement en aan de voor hem door de generale synode vastgestelde instructie.
4. Het college verkiest in zijn eerste vergadering na de benoeming, vermeld in art. 2, uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, die samen het moderamen vormen; bij verhindering van een moderamenlid wijst het college een curator aan die het moderamen aanvult.
5. Het college kan een of meer van zijn taken delegeren aan een of meer curatoren of aan een door hem te benoemen commissie; het college blijft aansprakelijk voor het geheel van de aan curatoren opgedragen taken.
6. Bij ontstentenis van een deputaat treedt zijn secundus voor hem in de plaats.
7. In bepaalde gevallen, die in de Instructie van de deputaten-curatoren worden omschreven, wordt de vergadering van het college uitgebreid met de door de generale synode benoemde secundi deputaten-curatoren.
8. Het college brengt aan elke gewone generale synode verslag uit over de gang van zaken aan de GMO en over zijn handelingen sinds het uitbrengen van het vorige verslag.

Artikel 4
Financiële middelen
1. Het college van deputaten-curatoren is gemachtigd elk jaar een quotum vast te stellen tot een door de generale synode aangegeven maximum bedrag en dit door middel van de zendende kerken te innen.
2. Het college vraagt van anderen die van de diensten van de GMO gebruik maken als regel een bijdrage in de kosten van de GMO.

Artikel 5
Studiebegeleider
1. Aan de GMO is een studiebegeleider verbonden die wordt benoemd en ontslagen door het college van deputaten-curatoren.
2. Hij moet lid in volle rechten zijn van een van de kerken, dient het voor hem vastgestelde ondertekeningsformulier te tekenen en is gebonden aan een instructie.
3. Hij is jegens deputaten-curatoren verantwoordelijk voor de goede voortgang van de studie van de studenten aan de GMO.

Artikel 6
Docenten
1. a. De docent algemene theoretische vakken wordt benoemd en ontslagen door het college van deputaten-curatoren.
b. Hij moet lid in volle rechten zijn van een van de kerken, dient het voor hem vastgestelde ondertekeningsformulier te ondertekenen en is gebonden aan een instructie.
2. a. De overige docenten worden benoemd en ontslagen door het college.
b. Al deze docenten dienen lid in volle rechten te zijn van een van de kerken.
3. a. Incidenteel kan door het college gebruik gemaakt worden van de diensten van een gastdocent.
b. Daarbij zal voorkeur worden gegeven aan iemand die lid is van een van de kerken.

Artikel 7
Studie-adviescommissie
1. Door het college van deputaten-curatoren wordt een studie-adviescommissie benoemd, die tenminste bestaat uit de studiebegeleider, de docent algemene theologische vakken en een daartoe door het college aangewezen docent niet-theologische vakken; de studiebegeleider fungeert als voorzitter van deze commissie.
2. Aan deze commissie kan door het college een secretaris als niet stemhebbend lid worden toegevoegd.
3. Deze commissie heeft tot taak:
a. het college te adviseren over de inhoudelijke zijde van de opleiding en zijn besluiten in dezen uit te voeren.
b. het college te adviseren inzake door hem te verrichten benoemingen van docenten.

Artikel 8
Honorering
1. De studiebegeleider, de docent algemene theologische vakken en de secretaris van de studie-adviescommissie ontvangen een jaarlijks door het college van deputaten-curatoren vast te stellen honorarium.
2. De overige docenten ontvangen een vergoeding per verrichte dienst.

Artikel 9
Studieprogram; studieduur; inschrijving
1. Voor elke student aan de GMO wordt op basis van het algemene studieprogram een individueel studieprogram vastgesteld, waarbij met name rekening wordt gehouden met de genoten vooropleiding en de toekomstige taak.
2. Voor een missionaire dienaar des Woords wordt als regel gerekend met een studieduur van een jaar.
3. a. Ingeschreven worden missionaire dienaren des Woords en zendingswerkers die daartoe door een zendende kerk zijn aangemeld, alsmede dienaren des Woords en eventueel andere werkers die voor de evangelisatiearbeid zijn afgezonderd en door de betrokken kerken zijn aangemeld;
b. ingeschreven worden ook kerkleden in volle rechten die daartoe zijn aangemeld door de vereniging De Verre Naasten;
c. het college van deputaten-curatoren kan na de studie-adviescommissie gehoord te hebben besluiten anderen, al of niet leden van een van de kerken, op persoonlijke aanmelding voor het geheel of een deel van de cursus in te schrijven.

Artikel 10
Examens
1. Missionaire dienaren des Woords die de studie aan de GMO en de krachtens het studieprogramma vereiste taalstudie hebben voltooid, ontvangen daarvan een schriftelijke verklaring ten behoeve van het kerkelijk zendingsexamen.
2. De overige studenten worden vanwege de GMO geëxamineerd en wanneer zij dit examen met goed gevolg hebben afgelegd ontvangen zij daarvan een schriftelijke verklaring.

Artikel 11
Wijziging
Het reglement kan door de generale synode gewijzigd worden mits het voorstel hiertoe tenminste drie maanden voor haar aanvang aan elk van de kerken is voorgelegd.

(Heemse 1984/5, art. 75-7;
Spakenburg-Noord 1987,art. 84;
Ommen 1993, art.48)


Bouma, H. (1983v)


UITVOERINGSBEPALING BIJ
Kerkorde GKv (1978) Art. 25