Artikel 8.
De predikantsplaats.
Het besluit tot opheffing van een predikantsplaats bevagt tevens een regeling inzake de aan haar verbonden inkomsten, waarbij tevoren door overleg met het betrokken ministerieel departement of met andere daarbij betrokkenen wordt zorg gedragen, dat de niet uit de kerkekas der gemeente afkomstige gelden aan een andere standplaats worden verbonden, in welk geval, evenals indien na de opheffing van twee predikantsplaatsen wordt besloten tot de vestiging van een nieuwe standplaats, aan welke de aan die twee opgeheven standplaatsen verbonden inkomsten geheel of ten dele worden verbonden, de eventueel daarbij betrokken pastoriegoederen afzonderlijk geadministreerd dienen te blijven.