Artikel 20.
De werkzaamheden van de raad.
De arbeid van de raad, theologisch werkzaam te zijn in de geestelijke strijd der Kerk en aan de opbouw der Kerk in haar belijden, vraagt van hem, mede gezien de verhouding van Kerk en cultuur, in het bijzonder het doen verschijnen van wetenschappelijke en eenvoudige geschriften en artikelen en het bevorderen van bijeenkomsten en conferenties.