Ordinantie voor de opleiding en vorming van de dienaar des Woords en voor de theologische arbeid der Kerk.

 

II. Het kerkelijk examen.

Artikel 11.

De opleiding en vorming tot zendingspredikant.

Inzake de opleiding en vorming van de zendingspredikant, voor wiens academische opleiding gelijke bepalingen gelden als voor de andere dienaren des Woords, worden — de commissie voor het theologisch hoger onderwijs, de kerkelijke hoogleraren en de raad voor de zending gehoord — bepalingen gesteld in een generale regeling der synode betreffende die onderdelen van de vorming tot het ambt van dienaar des Woords, die worden vervangen of aangevuld met het oog op de bijzondere eisen door de arbeid als zendingspredikant gesteld, waarbij het kerkelijk examen dienovereenkomstig wordt gewijzigd en waarin tevens wordt bepaald, door wie dit examen zal worden afgenomen.