Artikel 6.
Werkwijze.
De classicale vergadering kiest zich bij de aanvang van haar eerste vergadering in het kalenderjaar onder leiding van de in leeftijd oudste der aanwezige predikanten voor dat jaar uit de afgevaardigde predikanten voor gewone werkzaamheden of uit de als primus afgevaardigde ouderlingen een praeses en, tot bijstand en ter vervanging van deze, een assessor, met dien verstande, dat in elk geval, hetzij de praeses, hetzij de assessor uit de predikanen wordt gekozen.