Artikel 3.
Werkwijze.
Indien meer dan een derde van het aantal ambtsdragers, dat de kerkeraad, de centrale kerkeraad of de vergadering van de ambtsdragers der wijkgemeente behoort te tellen, ontbreekt of tijdelijk buiten functie is, delegeert, behoudens het bepaalde in het tweede lid van artikel 11 van de ordinantie voor de vorming van gemeenten, het breed moderamen der classicale vergaderingen tenminste twee zijner leden — bij wier aanwezigheid aan het vereiste omtrent het quorum geacht wordt te zijn voldaan — om met de overgebleven ambtsdragers te doen wat des kerkeraads is, totdat tenminste twee derde van het getal der ambtsdragers der gemeente in functie is.