|296|
  Bijlage: Uitkomst enquête
   
  1. De respons op de stellingen
  1. 47,0% ziet niet voldoende toekomstige
  ontplooiingsmogelijkheden in de gemeente;
  2. 39,4% merkt dat de gemeente hun functioneren niet ziet als
  gelijkwaardig aan de predikant;
  3. 38,8% ziet het als hun toekomstideaal zelfstandig werkzaam te
  zijn in een gemeente (wat nu dus niet het geval is);
  4. 37,9% heeft niet de ervaring dat de gemeenteleden duidelijk
  begrijpen wat hun positie is naast de predikant en de
  kerkenraad;
  5. 34,9% vindt dat het huidige werk naar de toekomst toe niet
  voldoende mogelijkheden biedt om datgene te gaan  doen
  waarin men goed is;
  6. 32,3% vindt dat ze hun leidinggevende verantwoordelijkheid
  niet naar hun tevredenheid in praktijk kunnen brengen in het
  gemeenteleven;
  7. 29,7% is niet tevreden met de mate waarin men in de gemeen oog
  heeft voor hun specifieke inbreng als kerkelijk werker;
  8. 28,0% merkt niet dat men in de gemeente in toenemende mate oog
  heeft voor hun werk als kerkelijk werker;
  9. 25,6% ervaart het als problematisch dat zij parttime werkzaam
  zijn in de gemeente;
  10. 17,9% ziet hun functie door de gemeente gebruikt als middel
  om zelfstandig te blijven voortbestaan;316
  11. 7,7% ervaart hun bijdragen niet als integraal onderdeel van
  de gemeente als lichaam van Christus;
  12. 64,3% vindt niet dat de kerkenraad voldoende mogelijkheden
  geeft voor bijscholing;
  13. 48,5% ervaart niet dat ze in teamverband samenwerken met de
  kerkenraad;
  14. 24,6% vindt niet dat de kerkenraad hun specifieke
  deskundigheid op het juiste niveau waardeert;
  15. 22,9% vindt niet dat de kerkenraad hun specifieke
  deskundigheid voor het juiste werk gebruikt;
  16. 10,0% voelt zich de klusjesvrouw/man van de kerkenraad;
  316 De gemeente handhaaft de predikantsplaats
  om zelfstandig te kunnen blijven voortbestaan, maar benoemt een
  kerkelijk werker. Deze moet de predikant vervangen, fungeert
  daarmee als pseudo-predikant, draagt wel de verantwoordelijkheid,
  maar heeft niet de bekwaamheid en de bevoegdheid die eigen zijn
  aan het predikantschap.
  |297|
  17. 68,9% vindt dat ze als kerkelijk werker beter kunnen
  functioneren als zij mogen preken in de gemeente waar ze zijn
  aangesteld;
  18. 58,7% ervaart het als een beperking dat ze geen kerkelijk
  ambt vervullen;
  19. 33,6% vindt niet dat de bediening waarin ze zijn gesteld, hun
  positie binnen het geheel van het gemeentelijk functioneren
  versterkt;
  20. 35,1% vindt hun functioneren niet gelijkwaardig aan dat van
  de predikant;
  21. 33,3% ervaart de relatie met de predikant niet als
  collegiaal;
  22. 43,1% vindt dat de landelijke kerk op het terrein van het
  vaststellen van de arbeidsvoorwaarden niet voldoende zorgt voor
  haar medewerkers;
  23. 41,6% vindt dat de gemeente als werkgever haar taak op het
  terrein van de arbeidsvoorwaarden niet goed vervult;
  24. 39,5% ervaart het als een nadeel dat ze een tijdelijke
  aanstelling heeft.
  |298|
  2. De tabellen
  Tabel 1: Leeftijdsverdeling kerkelijk werkers
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | 20-35 | 8.0 | 
    
      | 36-50 | 33.5 | 
    
      | 51-65 | 57.5 | 
    
      | Ouder dan 65 | 1.0 | 
  
  2. Geslacht kerkelijk werker
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Vrouwelijk | 60.9 | 
    
      | Mannelijk | 39.1 | 
  
  3. Van welke opleiding einddiploma behaald
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Catechetenopleiding | 13.9 | 
    
      | MO-A/Tweede-graads algemene beroepenvariant/of: GPW | 61.9 | 
    
      | MO-A/Tweede-graads lerarenvariant | 10.3 | 
    
      | MO-B/Eerste-graadsopleiding | 10.9 | 
    
      | Universitaire opleiding Theologie | 3.0 | 
  
  4. Waar de betreffende opleiding gevolgd
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | EFA Amsterdam (Hogeschool Holland, Diemen) | 13.9 | 
    
      | NHL Leeuwarden/Enschede | 20.1 | 
    
      | NBI Utrecht | 22.2 | 
    
      | THGB/CHE Zeist/Ede | 22.6 | 
    
      | Windesheim Zwolle | 18.1 | 
    
      | Universiteit | 3.1 | 
  
  |299|
  5. Waarom opleiding gevolgd
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Om een beroep uit te oefenen aansluitend op de opleiding | 44.2 | 
    
      | Om eventueel een beroep uit te oefenen op (wat) langere
        termijn | 25.5 | 
    
      | Om toegang te verkrijgen tot de universitaire studie voor
        predikant | 3.9 | 
    
      | Ten behoeve van persoonlijke theologische vorming | 26.5 | 
  
  6. Wanneer testimonium kerkelijk werker behaald
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Langer dan 10 jaar geleden | 30.3 | 
    
      | 10 jaar geleden of korter | 69.7 | 
  
  7. Voor hoeveel uur per week in totaliteit aangesteld als
  kerkelijk werker
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Minder dan 10 uur | 10.9 | 
    
      | 10-20 uur | 51.9 | 
    
      | 21-30 uur | 20.2 | 
    
      | 31-40 uur | 17.1 | 
  
  8. Aanstelling voor bepaalde tijd
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Voor de duur van de predikantsvacature | 23.3 | 
    
      | Voor de duur van het seizoen | 8.3 | 
    
      | Voor de duur van het project | 6.7 | 
    
      | 12 maanden | 8.3 | 
    
      | 24 maanden | 10.0 | 
    
      | 36 maanden of langer | 43.3 | 
  
  9. De grootte van de (wijk)gemeente
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Minder dan 200 mensen (kinderen, jeugd, volwassenen) | 7.1 | 
    
      | Tussen de 200 en 500 mensen | 19.8 | 
    
      | Tussen de 500 en 1.500 mensen | 43.7 | 
    
      | Meer dan 1.500 mensen | 29.4 | 
  
  |300|
  10. Kenschetsing identiteit gemeente
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Gereformeerd (Confessioneel Gereformeerd Beraad) | 7.0 | 
    
      | Gereformeerd (niet Confessioneel Gereformeerd Beraad) | 17.2 | 
    
      | Hervormd-vrijzinnig | 3.1 | 
    
      | Hervormd-middenorthodox | 12.5 | 
    
      | Hervormd-confessioneel | 10.2 | 
    
      | Hervormd-gereformeerd (Geref. Bond) | 10.9 | 
    
      | SoW | 36.7 | 
    
      | Evangelisch-Luthers | 0.8 | 
    
      | Anders | 1.6 | 
  
  11. Positie en taken van de kerkelijk werker
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Werkzaam in het pastoraat | 65% | 
    
      | Werkzaam in vorming en toerusting, waaronder catechese | 57% | 
    
      | Werkzaam op gebied van opbouwwerk | 16% | 
    
      | Werkzaam op gebied van diaconaat | 14% | 
    
      | Werkzaam op gebied van evangelisatie | 10% | 
    
      | Taak op gebied van beleidsadvisering | 44% | 
    
      | Formeel in een bediening gesteld | 74% | 
    
      | Beschikking over preekconsent | 35% | 
    
      | Incidenteel of regelmatig voorgaan in diensten | 79% | 
  
  12. De gebieden waarop werkzaam binnen Pastoraat
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Bezoekwerk bejaarden | 24.6 | 
    
      | Bejaardenpastoraat | 34.2 | 
    
      | Jongerenpastoraat | 16.9 | 
    
      | Ziekenpastoraat | 28.1 | 
    
      | Crisispastoraat | 27.5 | 
  
  |301|
  13. De gebieden waarop werkzaam binnen Vorming en Toerusting
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Kerkenraad | 17.6 | 
    
      | Kinderwerk | 8.0 | 
    
      | Jeugd- en jongerenwerk | 10.5 | 
    
      | Catechese | 21.1 | 
    
      | Bijbelkringen | 17.6 | 
    
      | Leerhuis | 7.3 | 
    
      | Gesprekskring | 20.4 | 
    
      | Bijbellezingen | 8.0 | 
  
  14. Aard uitvoerende taken binnen Diaconaat
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Armoedehulpverlening | 11.9 | 
    
      | Kinderhulpverlening | 28.6 | 
    
      | Vluchtelingenwerk | 11.9 | 
    
      | Inloophuis | 16.7 | 
    
      | Vakantie-activiteiten | 16.7 | 
    
      | Fondsenwerving | 4.8 | 
    
      | Huisbezoek | 40.5 | 
  
  15. Aard uitvoerende taken binnen Evangelisatie
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Huisbezoek | 59.4 | 
    
      | Kinderwerk | 21.9 | 
    
      | Jongerenwerk | 28.1 | 
    
      | Laagdrempelige diensten | 65.6 | 
    
      | Open cursussen | 15.6 | 
    
      | Bijbelstudie/gesprekskringen | 43.8 | 
    
      | Open buurtactiviteiten | 12.5 | 
    
      | Straatactiviteiten | 12.5 | 
  
  16. Opbouwwerk
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | In bestaande (wijk)gemeente | 71.4 | 
    
      | In nieuwe (wijk)gemeente | 41.0 | 
  
  |302|
  17. Beleidsadvisering op gebied van
  
    
      |  | Percentage | 
    
      | Pastoraat | 83.2 | 
    
      | Vorming en Toerusting | 57.3 | 
    
      | Diaconaat | 12.5 | 
    
      | Evangelisatie | 18.8 | 
    
      | Opbouwwerk | 21.9 | 
  
  18. Samenwerking in teamverband
  
    
      |  | Correlatie | 
    
      | Deskundigheid gebruikt (2) | .571 | 
    
      | Deskundigheid gewaardeerd (3) | .529 | 
    
      | Functioneren gelijkwaardig (6) | .317 | 
    
      | Gelijkwaardig aan predikant (8) | .535 | 
    
      | Bediening versterkend (10) | .282 | 
    
      | Positie begrepen door gemeente (11) | .420 | 
    
      | Leiding gevend in praktijk (12) | .546 | 
    
      | Oog voor kerkelijk werker (13) | .389 | 
    
      | Tevreden met oog voor specifieke inbreng (14) | .638 | 
    
      | Voldoende mogelijkheden in werk (15) | .464 | 
    
      | Voldoende mogelijkheden in kerk (16) | .303 | 
    
      | Toekomst zelfstandig werkzaam (17) | .278 | 
    
      | Gemeente prima werkgever (22) | .460 | 
    
      | Voldoende mogelijkheden bijscholing (23) | .473 | 
  
  19. Relatie met predikant
  
    
      |  | Correlatie | 
    
      | Deskundigheid gebruikt (2) | .368 | 
    
      | Deskundigheid gewaardeerd (3) | .281 | 
    
      | Functioneren gelijkwaardig (6) | .339 | 
    
      | Gelijkwaardig aan predikant (8) | .258 | 
    
      | Gemeente begrijpt positie (11) | .304 | 
    
      | Gemeente oog voor mijn werk (13) | .306 | 
    
      | Leiding gevend in praktijk (12) | .582 | 
    
      | Tevreden met oog voor specifieke inbreng (14) | .405 | 
    
      | Voldoende mogelijkheden in werk (15) | .332 | 
    
      | Voldoende mogelijkheden in kerk (16) | .278 | 
  
  |303|
  20. Geen kerkelijk ambt als beperking
  
    
      |  | Correlatie | 
    
      | Klusjesman/vrouw kerkenraad (4) | .297 | 
    
      | Toekomst zelfstandig werkzaam (17) | .356 | 
    
      | Beter functioneren door preken (18) | .403 | 
  
  21. Preekbevoegdheid
  
    
      |  | Correlatie | 
    
      | Functioneren gelijkwaardig (6) | .279 | 
    
      | Gelijkwaardig aan predikant (8) | .271 | 
    
      | Geen kerkelijk ambt als beperking (7) | .403 | 
    
      | Bijdrage integraal onderdeel (9) | .301 | 
    
      | Toekomst zelfstandig werkzaam (17) | .425 | 
    
      | Gebruikt voor zelfstandig voortbestaan (21) | .340 | 
  
  22. In bediening gesteld
  
    
      |  | Correlatie | 
    
      | Teamverband met kerkenraad | .282 | 
    
      | Deskundigheid gebruikt (2) | .256 | 
    
      | Deskundigheid gewaardeerd (3) | .208 | 
    
      | Relatie predikant collegiaal (5) | .370 | 
    
      | Gelijkwaardig aan predikant (8) | .338 | 
    
      | Bijdrage integraal onderdeel (9) | .341 | 
    
      | Leiding gevend in praktijk (12) | .287 | 
    
      | Oog voor kerkelijk werker (13) | .367 | 
    
      | Tevreden met oog voor specifieke inbreng (14) | .305 | 
    
      | Voldoende mogelijkheden in werk (15) | .287 |