De kerken stellen uiteraard zelf hun regeling vast.
De kerkorde geeft voor het regelen van de werkwijze van
kerkenraad en diaconie en voor het regelen van overige taken in
de gemeente aanleiding tot de volgende aanwijzingen:
Samenstelling
- samenstelling: de predikant en de ouderlingen (art. B29.1)
- samenstelling van de diaconie (art. B29.2)
- roeping van de predikant volgens de plaatselijke regeling (art.
B12); roeping en aftreden van de ouderlingen volgens de
plaatselijke regeling (artt. B25, B26); roeping en aftreden
van diakenen (art. B25, B26)
- de ambtsdragers zijn gebonden aan de leer van de Bijbel, zoals
samengevat in de belijdenisgeschriften. Zij bekrachtigen dit
bij de aanvaarding van hun ambt door ondertekening van het
bindingsformulier (art. B7)
- mogelijkheid van ouderlingen met een bijzondere taak (art.
B23.5)
Taak
- taak van de kerkenraad (art. A1-3; art. B23.1, 2 en 3; art.
F72.3); voorts vervult de kerkenraad de taken die de
kerkorde hem opdraagt
- goede taakafbakening en regeling van bevoegdheden van eventuele
wijkraden
- taak van de diakenen (art. B24)
Assistentie etc.
- mogelijkheid van assistentie in de pastorale zorg (art. B23.4);
onderscheid met art. C49.1; het werk gebeurt op verzoek van de
kerkenraad; de kerkenraad bepaalt de grenzen ervan, waarbij geen
afbreuk wordt gedaan aan de ambtelijke bevoegdheid en
verantwoordelijkheid van de kerkenraad; de aanstelling van
dergelijke assistenten geschiedt met instemming van de gemeente;
zij worden niet in concrete situaties ingeschakeld zonder
instemming van de broeders en zusters aan wie zij pastorale zorg
verlenen
- mogelijkheid tot mandatering van taken: aan moderamen,
commissie bestuurlijke zaken, commissie van beheer en
administratie; zij worden door de kerkenraad benoemd en ontvangen
een instructie waarin in ieder geval zijn geregeld: de wijze van
aanstelling en de zittingsduur van de leden; een duidelijke
omschrijving van de hun toevertrouwde taak en bevoegdheden; de
wijze waarop zij verslag doen van hun werkzaamheden en
verantwoording afleggen aan de kerkenraad; de wijze waarop zij
hun plannen aan de kerkenraad voorleggen; de wijze waarop zij hun
budget ontvangen en de besteding daarvan verantwoorden; de wijze
waarop zij communiceren met kerkenraad en gemeente
- mogelijkheid van instelling commissies, werkgroepen etc.; zij
worden door de kerkenraad benoemd en ontvangen een instructie
waarin in ieder geval zijn geregeld: de wijze van aanstelling en
de zittingsduur van de leden; een duidelijke omschrijving van de
hun toevertrouwde taak en bevoegdheden; de wijze waarop zij
verslag doen van hun werkzaamheden en verantwoording afleggen aan
de kerkenraad; de wijze waarop zij hun plannen aan de kerkenraad
voorleggen; de wijze waarop zij hun budget ontvangen en de
besteding daarvan verantwoorden; de wijze waarop zij communiceren
met kerkenraad en gemeente
- mogelijkheid van kerkelijk werkers (art. B31): de kerkenraad
houdt zich aan de generale regelingen en aan de aanwijzingen van
SKW
- regeling van overleg met ‘kleine kringen’: de kaders voor de
bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de kringen worden gevormd
door de artt. B23.1, B23.2,
|83|
B23.4 en C49.1 en 2. Het werk in en door de kringen vervangt of vermindert wat in de kerkorde is vastgelegd over de ambtelijke zorg niet
Vergaderingen
- samenroeping van vergaderingen: hoe vaak, door wie,
openbaarheid
- regeling van presidium en scribaat/secretariaat
- gang van zaken op de vergadering
- wijze van besluitvorming (art. F71), quorum,
mondeling/schriftelijk
- mogelijkheid van bezwaar (art. F73)
Overleg en communicatie
- overleg met de diakenen: tenminste tweemaal per jaar overleggen
de kerkenraad en de diaconie over hun pastoraal en diaconaal
ambtswerk in de gemeente en over de materiële zaken van de kerk
(art. B29.3); de diaconie doet eenmaal per jaar verantwoording
van haar beleid en beheer aan de kerkenraad (art. B30.3); de
toetsing en kandidaatstelling voor de ambten geschiedt door de
kerkenraad in direct overleg met de diakenen (art. B25.3)
- de kerkenraad zorgt voor goede communicatie met de gemeente;
hij rekent met de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenteleden
en raadpleegt de gemeente met het oog op de hoofdzaken van zijn
beleid (art. B29.4); de kerkenraad legt jaarlijks aan de gemeente
verantwoording af van zijn financieel beleid en beheer (art.
G83.3); bij beslissingen met verstrekkende financiële gevolgen
vraagt de kerkenraad vooraf de instemming van de gemeente (art.
G83.4)
Materiële zaken
- de kerkenraad zorgt voor een passende administratieve
organisatie, waarin begrepen voorschriften omtrent de financiële
administratie, de jaarrekening, het jaarverslag en de jaarlijkse
begroting en hij waarborgt dat er sprake is van deugdelijke
periodieke controle en toezicht; zij geven daartoe goede acht op
eventuele generale regelingen en op de aanwijzingen van het
generaal-synodale deputaatschap financiën en beheer
- de kerkenraad bezit rechtspersoonlijkheid krachtens art. 2:2
van het Burgerlijk Wetboek (art. G84.1); ten behoeve van het
statelijk rechtsverkeer wordt de kerk vertegenwoordigd door twee
of meer personen die daartoe bij schriftelijk besluit van de
kerkenraad zijn aangewezen en gevolmachtigd (art. G85.1)
- deugdelijke ledenregistratie; archiefzorg naar aanwijzingen en
richtlijnen van het ADC
Deputaten HKO bieden de kerken een modelregeling aan.