De kerkenraden stellen uiteraard hun eigen regelingen vast.
De kerken kennen nu al een regeling krachtens art. 20 en 23
KO-1978. De wijzigingen kunnen zich beperken tot de volgende
punten:
- het inleidend artikel waarin bepaald wordt dat onder
‘kerkenraad’ verstaan wordt: de kerkenraad met diakenen. Die
zin dient geschrapt te worden;
- overal waar in de regeling staat ‘kerkenraad met/en diakenen’,
dient het laatste deel te worden geschrapt;
- in het artikel over de kandidaatstelling wordt opgenomen dat de
kerkenraad hiertoe komt in direct overleg met de
diakenen;
- in datzelfde artikel wordt bepaald dat de kerkenraad niet tot
kandidaatstelling overgaat zonder dat hij zich van de
geschiktheid en beschikbaarheid van de kandidaten heeft
vergewist.
Deputaten HKO bieden een model aan voor een kerkenraadsregeling, waarin ook een regeling voor de roeping en het aftreden van ouderlingen en diakenen is opgenomen.