Wij achten, dat het staan in het houden des Nachtmaals des Heeren het voegelijkst is, maar overmits het exempel van zitten in deze kerken ingevoerd is, zo kan het alsnog zonder ergernis niet wel achtergelaten worden. Men zal nochtans middelerwijl den volke leren, dat het middelmatig is, en naar gelegener tijd, al staande voeglijker gehouden kan worden.