Hoofdstuk 2
De leden van het moderamen van de generale synode zullen, na de sluiting van haar zitting, als haar deputaten de kerken vertegenwoordigen of doen vertegenwoordigen in alle gevallen, waarvoor geen andere deputaten aangewezen zijn, en waarin zij dit wenselijk achten, en voorts alles verrichten, wat in de huishoudelijke regeling van de generale synode ten aanzien van hun taak is bepaald. Zij zijn verantwoording schuldig aan de eerstvolgende synode.