Hoofdstuk 2
Artikel 64
De leden van het moderamen van de generale synode zullen, in de perioden die vallen tussen haar zittingen alsmede na haar sluiting, als haar deputaten de kerken vertegenwoordigen of doen vertegenwoordigen in alle gevallen, waarvoor geen andere deputaten aangewezen zijn en waarin zij dat wenselijk achten, en voorts alles verrichten wat in de huishoudelijke regeling van de generale synode ten aanzien van hun taak is bepaald. Voor hun werkzaamheden na de sluiting van de synode zijn zij verantwoording schuldig aan de eerstvolgende synode.