Hoofdstuk 2
1. Wanneer een kerk geen dienaar des Woords heeft, zal de
kerkeraad aan de classis verzoeken, volgens de door haar
vastgestelde regeling, een dienaar des Woords uit een der
naburige kerken als consulent aan te wijzen, om voorzover nodig
aan de kerkeraad leidign en raad te verschaffen.
2. De kerkeraad zal in belangrijke aangelegenheden, met name in
wat betrekking heeft op de beroeping van een dienaar des Woords,
de consulent raadplegen.
3. De consulent woont, indien hij daartoe is uitgenodigd, de
bijeenkomsten van de kerkeraad bij; aan hem kan dan het
praesidium worden opgedragen.
4. De consulent is van zijn arbeid verantwoording schuldig aan de
classis.