Hoofdstuk 2
1. In elke gemeente zal een kerkeraad zijn, die gevormd wordt
door haar ambtsdragers.
2. Indien het getal der ouderlingen meer dan drie bedraagt, zal
het vrij staan onderscheid te maken tussen de brede kerkeraad,
waartoe alle ambtsdragers behoren, en de smalle kerkeraad,
waarvan de diakenen geen deel uitmaken.