|vii|

 

Voorrede.

 

Het hier volgende proefschrift geeft, zooals de titel aanduidt, eenige beschouwingen over de geschiedenis en het begrip van gratie. Eene volledige behandeling van de gratie, waarin o.a. ter sprake zouden komen de soorten van gratie, de redenen voor en de gevolgen van het verleenen van gratie, enz., biedt het dus niet. Voor het doel was zoodanige bewerking te omvangrijk.

Het menigvuldige gebruik van noten behoeft m.i., waar het een proefschrift geldt, geen breede verontschuldiging. Immers blijkt daaruit bij welke schrijvers de materie wordt gevonden, of wie onder hen steun verleent aan het gevoerde betoog. Het citaat biedt kracht aan het argument, ook vaak wanneer de aangehaalde auteur de neergeschreven meening bestrijdt. In elk geval, de behandeling houdt rekening met de bestaande literatuur.

Een overzicht van die literatuur doe ik voorafgaan, deels om het opslaan van de werken der genoemde schrijvers te vergemakkelijken, deels om eene tamelijk volledige opgave te leveren van wat in lateren tijd over de gratie verscheen.

Ten slotte zij hier uitgesproken, dat oprechte dankbaarheid jegens allen, wier onderricht ik heb mogen genieten, leeft in mijn hart. Ik concentreer haar, wanneer ik haar welgemeend betuig aan mijnen hooggeachten leermeester en promotor Prof. Mr. D.P.D. Fabius, hoogleeraar in de iuridische faculteit van onze Vrije Universiteit.