Een landelijke vergadering wordt in de regel om de twee jaren
gehouden, tenzij er reden is vooreen vervroegde bijeenroeping.
Dit laatste kan alleen met medewerking van twee regionale
vergaderingen.
Elke regionale vergadering zendt naar de landelijke vergadering
vier stemhebbende afgevaardigden, voorzien van een bewijs van
afvaardiging en eventuele instructies. Van deze vier
afgevaardigden worden, zo mogelijk, geen twee uit dezelfde kerk
gekozen.
Een landelijke vergadering kan in genoemde samenstelling haar
agendum afhandelen, om daarna te worden gesloten. Zij kan in deze
samenstelling echter ook in een haar voorgelegde gewichtige zaak
slechts een voorlopig oordeel geven. In dat geval wordt zij,
nadat het agendum voor het overige is afgehandeld, voorlopig
gesloten.
Een landelijke vergadering handelt volgens laatstgenoemde regel
indien tenminste twaalf kerken de wens hiertoe vooraf kenbaar
gemaakt hebben, of indien tenminste acht afgevaardigden zich
hiervoor ter vergadering hebben uitgesproken.
Een voorlopig gesloten landelijke vergadering wordt voortgezet om
de zaken waarover zij een voorlopig oordeel gaf af te handelen,
zes maanden na deze voorlopige sluiting. De notulen, deze zaken
betreffende, worden binnen twee maanden na deze voorlopige
sluiting verzonden.
Naar de voortgezette landelijke vergadering zendt elke kerk
rechtstreeks één stemhebbende afgevaardigde, voorzien van een
bewijs van afvaardiging.
De afgevaardigden van de regionale vergaderingen hebben in de
voortgezette vergadering een adviserende stem. Zij kunnen door de
kerk waarvan zij lid zijn echter wel worden aangewezen als haar
stemhebbende afgevaardigde.