Het agendum van de landelijke en regionale vergaderingen, dat
uitsluitend kerkelijke zaken bevat, wordt door de kerken
samengesteld.
Een regionale vergadering behandelt alleen wat niet door de
kerkeraden, een landelijke vergadering alleen wat niet door
regionale vergaderingen kan worden afgehandeld en verder wat tot
de betrokken kerken gemeenschappelijk behoort.
Aan deze kerken wordt vroegtijdig medegedeeld welke zaken worden
voorgelegd, opdat zij haar oordeel kenbaar kunnen maken en haar
afgevaardigden behoorlijk kunnen instrueren.
Zij die door regionale of landelijke vergaderingen met een
opdracht worden belast, ontvangen die opdracht welomschreven en
rapporteren tijdig aan de betrokken kerken. Hun rapport komt aan
de orde op de eerstkomende regionale, onderscheidenlijk
landelijke vergadering.