Begroting en jaarrekening worden door de classicale vergadering vastgesteld op voorstel van de penningmeester (ord. 11-11-3 en 4) dan wel de financiële commissie (ord. 11-12-5 t/m 7). De conceptbegroting wordt voor de laatste vergadering van het jaar ingediend, de conceptjaarrekening voor 1 mei.
Voor de goedkeuring van de jaarrekening en de decharge van de penningmeester laat de classicale vergadering de financiële administratie controleren door twee onafhankelijke deskundigen (ord. 11-11-5, ord. 11-12-8). In het geval dat de vermogensrechtelijke aangelegenheden meer omvatten dan de vergaderkosten, kan de classicale vergadering er ook voor kiezen de administratie te laten controleren door een certificerend accountant.
In voorkomende gevallen worden de kosten van het ringverband in de jaarrekening van de classis opgenomen (ord. 11-11-4, ord. 11-12-7). Het ringverband zal de inkomsten en uitgaven dan ook moeten verantwoorden aan de penningmeester dan wel de financiële commissie. En bij de controle van de financiële administratie zal ook deze kas worden gecontroleerd.