12.4.3 Gemeente met wijkgemeenten

Een gemeente met wijkgemeenten heeft één diaconie en dus ook één college van diakenen.

In een gemeente met wijkgemeenten vormen de diakenen van de wijkgemeenten wijkraden van diakenen (ord. 11-4-4). Anders dan bij de kerkrentmeesters heeft elke wijkgemeente een wijkraad van diakenen. Een wijkgemeente heeft altijd een diaconale taak.

De kerkorde noemt geen taken van de wijkraden. Het ligt voor de hand dat de diakenen in de wijkraad de diaconale zorg voor de eigen wijkgemeente behartigen. Daarnaast kan het college van diakenen in overleg met de algemene kerkenraad bepaalde vermogensrechtelijke aangelegenheden aan de wijkraad toevertrouwen (ord. 11-4-5). Te denken valt bijvoorbeeld aan een budget voor individuele hulpverlening aan gemeenteleden of het beheer van een inloophuis in de wijk. Een en ander zal in de plaatselijke regeling moeten worden vastgelegd. Daarbij blijft overigens uitgangspunt dat de vermogensrechtelijke aangelegenheden aangelegenheden van de gemeente als geheel zijn (ord. 11-4-5, zie ook ord. 4-9-4).

 

Het college van diakenen wordt gevormd door de diakenen die zitting hebben in de algemene kerkenraad. Dat betreft dus de diakenen die door de wijkkerkenraden zijn aangewezen en eventueel een diaken met een bepaalde opdracht (ord. 4-9-2) die door de algemene kerkenraad als boventallig lid van de algemene kerkenraad is aangewezen. Daarnaast zitten in het college diakenen die door de algemene kerkenraad op gezamenlijke voordracht van de wijkraden zijn benoemd. De algemene kerkenraad bepaalt hoe groot het college is. Als dat gewenst wordt, kunnen dan ook alle diakenen van de gemeente deel uitmaken van het college.