Het college van diakenen wordt gevormd door de diakenen van de gemeente. Er zijn ten minste drie diakenen (ord. 11-3-1). Bovendien moeten ten minste drie diakenen aan de besluitvorming deelnemen om tot een rechtsgeldig besluit te komen. De regel dat besluiten genomen kunnen worden in een vergadering wanneer ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is (ord. 4-5-4), is dus niet van toepassing als het college uit minder dan vijf leden bestaat.
Indien er te weinig diakenen zijn om rechtsgeldige besluiten te nemen, kan de kerkenraad andere ambtsdragers aanwijzen die aan de besluitvorming meedoen zodat het besluit door drie personen wordt genomen. Een zo genomen besluit is eveneens rechtsgeldig (ord. 11-3-3).
Het college wijst zelf uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Bij de verdeling van taken dient het college er verder zorg voor te dragen dat de boekhouding en het middelenbeheer niet in één hand zijn (ord. 11-3-2). Het is niet uitgesloten dat de penningmeester tevens boekhouder is, maar in dat geval is het niet toegestaan dat betalingsopdrachten alleen door de penningmeester worden ondertekend.