Hoofdstuk IV
1. De kerken zullen zich richten tot de niet-gekerstende volken
in het bijzonder in Indonesië, om hun in gehoorzaamheid aan het
bevel van Christus, het evangelie te verkondigen en om degenen,
die tot het geloof gekomen zijn en de heilige doop ontvangen
hebben, bijeen te brengen in zelfstandige gemeenten onder de
bediening des Woords en der sacramenten.
2. Zolang dit nodig blijkt, zullen de kerken naar vermogen aan
deze zelfstandige gemeenten hulp bewijzen bij het inrichten en
opbouwen van een eigen kerkelijk leven.