Hoofdstuk IV
1. De kerken zullen zich richten tot de Joden in en zo mogelijk
ook buiten Nederland om hun uit de Heilige Schrift te betuigen,
dat Jezus de Christus is.
2. Dit werk zal ter hand genomen worden door de daarvoor in
aanmerking komende kerken, die het, met steun van de overige
kerken, verrichten in overleg met daartoe door de generale synode
benoemde deputaten en overeenkomstig de door haar vastgestelde
bepalingen.