Hoofdstuk IV
1. Voor de behandeling van de algemene zaken van de zending zal
de generale synode een aantal deputaten benoemen, namelijk één
uit elk van de in haar bijeenkomende particuliere synoden in
Nederland, en wel op voordracht van deze synoden.
2. De taak van deze deputaten omvat naast de behandeling van
andere zaken van algemene aard, die door de generale synode in de
desbetreffende bepalingen zijn vastgesteld, het instandhouden en
leiden van een zendingscentrum met een daaraan verbonden
seminarie, aan welk seminarie de aanstaande missionaire dienaren
des Woords in de regel de in artikel 13 bedoelde opleiding
ontvangen.
3. Ten behoeve van de arbeid aan dit zendingscentrum en seminarie
kunnen door de generale synode een of meer dienaren des Woords
worden benoemd, die dan geacht zullen worden in dienst te staan
van de gezamenlijke kerken.