Hoofdstuk IV
1. Voor de dienst der barmhartigheid zullen in elke kerkdienst
gaven worden ingezameld.
2. De ingezamelde gaven kunnen worden besteed voor diakonale
hulpverlening aan andere kerken, alsmede voor instellingen, welke
de leniging of bestrijding van bepaalde maatschappelijke noden
nastreven.