Hoofdstuk IV
1. Het heilig avondmaal zal, tenminste eens in de twee of drie
maanden, in een kerkdienst met gebruikmaking van één der hiervoor
vastgestelde formulieren bediend worden, en op zodanige wijze als
de kerkeraad, met inachtneming van hetgeen in Gods Woord
voorgeschreven is, oordeelt het meest stichtelijk te zijn.
2. Het staat in de vrijheid van de kerken in ziekenhuizen, huizen
voor bejaarden en andere dergelijke inrichtingen het heilig
avondmaal in een afzonderlijke kerkdienst te bedienen voor
degenen, die tot die avondmaalsviering gerechtigd zijn of daartoe
naar het oordeel van de kerkeraad kunnen worden toegelaten.